Komt het vertrouwen ooit nog terug?
Zaterdag 18 juni 2022
Is die band nou zacht? Het is even voor 06:00 uur wanneer ik uitcheck van het hotel. De zon is officieel nog niet op maar het is al wel licht. Op het plein voor de deur zijn marktkooplui bezig hun kraampjes op te zetten voor de zaterdagmarkt. Het is goed afgekoeld vannacht en van de hitte van gisteren is weinig meer te merken. Ik beweeg me door de frisse ochtendlucht en snuif even diep mijn longen vol met de Franse air terwijl ik naar mijn auto loop om mijn rolkoffertje in de achterbak te zwiepen. Mijn rugtas leg ik rechts voorin via de deur aan de passagierszijde. Zo kom ik langs de autoband rechtsachter en deze lijkt zacht te zijn.
Merde! De dag is nog geen 30 minuten oud en nu al tegenslag. Ik wilde juist vandaag wat kilometers gaan maken om de achterstand van gisteren in te halen. Van de 2.500 kilometer naar Zuid-Spanje heb ik er pas 500 afgelegd en zondag moet ik er toch echt zijn, want vanaf dan heb ik mijn huisje geboekt. En annuleren kan niet meer.
Ik druk met mijn duim in de wang van de band. Die veert wel erg diep mee. Dat zou niet mogen, want de dag voor vertrek heb ik alle banden gecontroleerd op de bandenspanning. Achter heb ik zelfs iets meer luchtdruk meegegeven, omdat die door de bagage zwaarder wordt belast. Ik check snel de drie andere banden en die zijn allemaal goed hard. Met mijn hoofd naast het wiel probeer ik te luisteren of ik iets hoor sissen. Met mijn vlakke hand voel ik het rubberen oppervlakte en mijn vingers glijden door de groeven van de brede, gloednieuwe banden. Geen gesis. Geen spijkers. Ook geen verdwaald stukje glas te vinden.
Wat nu? Ik besluit om de auto te starten (dat is op dit moment ook al spannend) en naar het eerstvolgende pompstation te rijden. Het dorp uit, de velden in; het eerste stukje is namelijk binnendoor en nog geen snelweg. De zon klimt snel omhoog maar heeft nog weinig kracht. Ik verbaas me dat ik recht in de zon kan kijken, het lijkt wel een waterige maan. Binnendoor is geen tankstation te vinden en al snel draai ik de snelweg op. Gelukkig vind ik daar binnen een paar kilometer een verzorgingsplaats met een luchtpomp.
Het Franse kastje met een miezerig slangetje heeft twee knoppen: een plus en een min. Maar hoeveel bar er op dit moment in de band zit, is moeilijk af te lezen. De wijzer schiet van 1,0 naar 3,0 en bij iedere druk op het plusje beweegt-ie zenuwachtig tussen die twee getallen. Op hoop van zegen druk ik er 2,7 bar in, meer dan de aanbevolen 2,5.
Dan maar gaan rijden en kijken hoe de auto zich gedraagt. Iedere hobbel, elk piepje, bij alles schiet er een lichte schok door mijn lichaam. Na de storing van gisteren ben ik hyper alert. Ik vertrouw mijn twintig jaar oude auto even niet meer zo. Maar het gaat goed. Ik rijd gewoon 130 km/u en de limousine zweeft zoals altijd over het wegdek.
Drie uur en dik 350 kilometer verder maak ik mijn eerste pitstop. Even een splash and dash tanken bij de Shell, net als in de Formule 1. Ik durf ‘m zelfs niet meer vol te tanken, want wat als de volle tank voor een storing zorgt of als-ie zometeen niet start? Dan zit er weer voor een vermogen brandstof in. Maar belangrijker is natuurlijk die achterband.
De band houdt zich goed. Nog even hard als drie uur terug. Natuurlijk zet de lucht wel wat uit door het continu hard rijden en de buitentemperatuur neemt ook alweer toe, maar toch… de band loopt in de ieder geval niet leeg. En dus besluit ik verder te rijden. Ook het starten gaat gewoon zoals het hoort.
De dagteller staat op 600 km als ik de volgende stop maak. De band is nog steeds hard. Ik rijd verder en inmiddels is het rond de middag en de temperatuur in Zuid-Frankrijk stijgt tot boven de 35 graden. En dan ineens BAM.
Ik schrik me rot.
De hele tijd ben ik alert op iets dat kan gebeuren, alleen weet je niet wat en niet wanneer. Het is zoals de kracht van radio: je weet nooit wat er de volgende minuut gaat gebeuren. Mensen die streamingdiensten als Spotify en Apple Music vergelijken met radio, gaan voorbij aan het unieke van radio. Het onvoorspelbare hoe een gesprek met een luisteraar verloopt, de verrassing in muziek met dat ene liedje dat je al lang niet meer hebt gehoord, of een goede grap die je niet zag aankomen. Bij radio is het leuk, vermakelijk en kan het onverwachte je laten lachen. Maar wanneer je met 130 km/u over de péage rijdt is die verrassing geen entertainment.
Het euvel bevindt zich echter niet onder me maar rechtsboven me. In mijn ooghoek. Door de hitte heeft de console met de binnenverlichting losgelaten en deze bungelt nu een paar centimeter lager. De bedrading houdt de lichtunit nog enigszins op z’n plaats en daarmee uit het beeld van mijn achteruitkijkspiegel. Ik duw het geheel weer terug in de hoop het vast te kunnen klikken. Maar hoe vaak ik het ook probeer, steeds laat-ie weer los.
Ik krijg dorst. Komt het omdat ik enigszins gespannen en zwetend in de auto zit? Is het de airconditioning die al het vocht uit me getrokken heeft? Of zijn het de borden met de plaatsnamen Cognac en in de verte Bordeaux die me dorstig maken? Ik weet het niet maar drank en rijden gaan niet goed samen, dus ik hoop dat de volgende afrit Coca-Cola heet.
Een ijskoude Coke en opnieuw 300 kilometer verder brengen me in Spanje. Madrid staat op de borden, nog ‘slechts’ 400 kilometer. Een normaal mens zou zich op dit moment misschien druk maken over een loshangende lichtconsole, maar ik ben allang blij dat ik nog vier wielen heb die gewoon ronddraaien. En een motor die niet oververhit raakt terwijl de buitentemperatuur de 40 graden Celsius aantikt. Een foto van het display met de temperatuur erop kan ik niet maken, want de letters op het lcd-schermpje zijn ook zo goed als gesmolten.
Uren zie ik amper een auto op de weg, maar net voor Madrid wordt het drukker. Steeds drukker. Tussen de Spanjaarden is het vechten voor je plek op de weg en al snel rijd ik als een echte Spanjaard. Invoegen en voorrang geven? Nee, gewoon naar links gaan. Inhalen? Ja, doen wanneer je wil. Knipperlicht aan? Altijd, vooral als je al kilometers op de linkerbaan rijdt en niet meer naar rechts gaat, laat maar lekker knipperen aan de linkerkant. Met een zelfverzekerde souplesse vind ik me een weg tussen de vele auto’s op de wegen rond Madrid.
In de hectiek van zo’n metropool denk ik geen seconde meer aan wat er mis zou kunnen gaan met mijn auto. Het vertrouwen in de Franse presidentsauto komt langzaamaan weer terug. Trots op m’n voiture ben ik als ik ‘m na 14 uur en 1.300 kilometer parkeer bij een hotel in een dorpje naast Toledo. Morgen nog maar minder dan 500 kilometer te gaan en alle vier de banden zijn nog hard. Ik heb vertrouwen in morgen.
Buenas noches!
Jorn
Lees verder en ontdek hoe de derde dag verliep
Check ook:
- Roadtrip dag 1: Life’s what happens to you while making other plans
- Roadtrip dag 3: Geen vuiltje aan de lucht
- De terugreis